1000. Submitted on 2005/11/17, 10.15 h by :
Tuinkees
Dagjes uit met je afdeling bestaan altijd uit een bezoekje aan het Albani-museum, een ontspannen wandeling door de Smurreveense plassen of het bezichtigen van de tentoonstelling 'Telefoonpalen door de Eeuwen Heen' - kortom, intensieve building van team spirit. En aan het einde gaat de hele mieterse troep met den bloten hand gebraden varkensbouten kluiven in restaurant dat toevallig die maand het thema 'de middeleeuwen' voert. Driewerf mietersch.
Ik heb er gisteren ook aan moeten geloven. Ik mocht kiezen uit de cursussen 'kreatief met keramiek', 'sieraden maken' en 'kreatief met mergelsteen'. Ik was een van de gelukkigen die het laatste mocht doen. Het leek me wel wat, lekker met een bijtel raggen in een blok van 40 x 80 x 40 cm.
[Lees verder in de comments]
1. Arduenn commented on 2005/11/17, 10.17 h:
De cursus werd gegeven door Silvia*. "Hallo, ik ben Sylvia en ik ga het komende halfuur mijn hele trieste CV aan jullie voorleggen." Ik wilde dat ze haar mond hield, ons een van de zielige stukjes mergel van 8 x 8 x 16 cm zou geven en ons met rust zou laten. Wat voor introductie heb je nou nodig bij 'creatief met mergel'? Wat voor introductie heb je nodig bij een cursus 'correct gebruik van het telefoonboek'?
Na de CV kwam de vraag "wie is er in het verleden al eens in aanraking geweest met creativiteit?" Ik stak een verveeld vingertje op, samen met een collega, die in een vorig leven een opleiding kunstleraar had gevolgd. Ik wilde dit niet. Ik wilde een blok mergel, een vijl en geen geouwehoer. "Waarin ben je creatief geweest?" Bescheiden als ik altijd ben somde ik staccato: "schilderen, striptekenen, fotograferen, filmen, programmeren, (binnensmonds) foto fucken..." Ik werd afgekapt. "Ja... dat zijn allemaal dingen waarbij je moet nadenken. Bij mergel is dat anders. Bij mergel moet je juist je gevoel een kans geven. Juist bij mensen die ervaring hebben met creativiteit gaat het vaker mis." "KUT", riep ik nu heel hard en toch eigenlijk ook wel oprecht gerriteerd. Gegniffel alom van mijn bovenste beste collega's en een verontwaardigde blik van de cursusjuf.
Eindelijk mochten we. Schortje voor en blokje pakken. Ik greep meteen naar een grote grove vijl en begon woest een hele hoek weg te vijlen. De vijl zakte in de mergel als een soeplepel in een kom warme eendenstront. Een kabouter ging ik maken. Een kwaaie tuinkabouter met een blik die zei "kijk uit waar je loopt, lamlul!"
Na een uurtje onverstoord vijlen en het doorstaan van Algayno's befaamde flauwe woordgrappen, met als toegift de befaamde flauwe woordgrappen van zijn vader, had mijn kabouter een herkenbare vorm. Puntmuts, dikke pens omspannen door buitenproportionele broekriem, gevaarlijke wenkbrauwen, kwaadaardige blik. En daar was Sylvia. De pakte het fragiele werkje zonder mijn toestemming op, kantelde het en riep: "Het is zo net een vogel!"
Nog niet helemaal tevreden met het gezicht (te baviaan-achtig) begon ik nog wat wang weg te vijlen. Daar was Silvia weer. Ze had inmiddels begrepen dat het een kabouter zou worden. Met lange strengen raffia-achtig materiaal stelde ze voor om, als het klaar was, wat 'haren' op te plakken. Godverdomme, kut! Dit is mijn kabouter en daar blijf jij vanaf! En als het klaar is, is het klaar! Dan wordt er niet meer gekut met draden uitgerafelde vloerbedekking, raffia of ander afdankmateriaal! "Ik zal erover nadenken", zei ik.
Ik besteedde het uurtje na de koffieautomatenpauze niet aan het verplichte 'breng nu jullie kunstwerkjes om zeep met rendiermos of andere natuurlijke grondstoffen', maar aan de laatste details. De rimpeltjes bij de ogen, de handjes en de schoentjes.
Op de achtergrond hoorde ik Sylvia nog keuvelen met de could have been kunstleraar. "Nee, ik bouw liever iets op, met klei ofzo" "Ja, het is moeilijk he? Als je er over nadenkt dan gaat het altijd mis. Je moet zoiets altijd vanzelf laten ontstaan." En inderdaad. Ik was getuige van de genesis van Guggenheimmuseumachtige vormen, vogelbad-asbakjes, abstracte ringstructuren - objecten die een gesubsidieerde galerie niet zouden misstaan. En ik was klaar met mijn kabouter. Ik noem hem 'Tuinkees'. Complimentjes van mijn collega's. Geen woord uit Silvia. Een tuinkabouter was haar waarschijnlijk te min.
Zeg "hallo" tegen Tuinkees.
Na de kunstcursus aten we sat ('sateh' volgens het uithangbord) in bistro 't rgelke. De sat was vroeger groter (of ik ben nu groter). Tuinkees staat nu in mijn kantoortje. Hij kijkt de wereld kwaad aan. En terecht.
* De naam is gefingeerd omdat ik haar echte naam vergeten ben.