6879. Submitted on 2020/4/17, 13.10 h by :
Op de fiets
"Stomme vragen bestaan niet" is een veelgehoorde leugen die docenten en instructeurs aan hun cliënten voorleggen. Dit doen ze om het publiek niet te ontmoedigen, want je weet nooit of er bijkans een goede en valide vraag zal worden gesteld. Het is dus niet kies om meteen na de vraag of er nog vragen zijn aan te kondigen dat iemand uit de zaal maar beter een goede vraag kan stellen omdat die persoon anders de toorn des leraars over zich uitgestort zou krijgen i.v.m. kostbare tijdverspilling.
Met andere woorden: er zijn wel degelijk stomme vragen. Zo ook op het online-scholingsprogramma 'Junior Einstein'.
Een voorbeeld van een stomme vraag.
Het allereerste dat na het lezen van bovenstaande vraag bij een verstandig mens zou moeten opkomen is: wie is Sam dan? De automobilist, of de fietser? Je hoeft geen genie te zijn om aan te nemen dat de fietser Sam is, omdat de bestuurder door de reflectie van de lucht op de achterruit onzichtbaar blijft. (Of is het een zonnewerend scherm?) Maar mensen met een greintje empathie in hun donder en met een objectieve blik op de wereld zullen gaan twijfelen en menen dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat Sam niet de autobestuurder is.
Aangenomen dat Sam de autobestuurder is, zien we echter al snel in dat geen van de gegeven antwoorden correct is en moeten we concluderen dat: gegeven dat een van de antwoorden correct is, Sam de fietser moet zijn. Maar daarmee schendt de bedenker van de vraag een kardinale onderwijskundige regel; de vraag is niet eenduidig. Voor het beantwoorden van deze vraag moeten twee problemen opgelost worden. De eerste test de ondervraagde op leesvaardigheid, logica en semantiek. De tweede test inzichten in de verkeersregels:
1. Wie is Sam?
2. Waarom heeft Sam geen voorrang?
Het geheel is extra complex gezien het feit dat de eerste vraag alleen opgelost kan worden als de ondervraagde weet wat het antwoord op twee is. Paradoxaal genoeg kan de tweede vraag alleen beantwoord worden als het antwoord op de eerste vraag bekend is.
Willen de makers van deze site bewust een beroep doen op het vermogen van de student tot vooroordelen en onlogica, zoals bij de volgende drogredenering? 'Sam moet die fietser wel zijn want ik zie het gezicht van de automobilist niet'. Of zijn het gewoon sloddervossen die even snel een online leerprogrammaatje aan de man willen brengen zonder al teveel tijd te verspillen aan kwaliteitscontrole?
Het gevaar is dat deze vraag vaker juist beantwoord zal worden door lieden die gepredisponeerd zijn tot het maken van besluiten gebaseerd op vooroordelen en valse redenaties en minder vaak juist door degenen die dieper nadenken over de dingen en de wereld objectiever benaderen (de zogenaamde 'wijsneusjes').
Dat kan toch niet het doel zijn van het Nederlandse onderwijsinstituut: alle wijsneusjes en slimmeriken wegtesten? Wil men in het onderwijs dan alleen maar kinderen belonen die later als brave burgers in hun vrije tijd telefoonmasten in brand steken? Om professor en oud-minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk te citeren: "Dat moeten we toch niet willen met z'n allen?" De oplossing is eenvoudig: verander 'Sam' in 'de fietser'.
Ik moet nu stoppen met mijn analyse, want mijn zoon van 10 begint ongedurig te worden en geïrriteerd te reageren op mijn feedback. "Pappa, ga nou weg. Je ziet toch gewoon dat Sam die fietser is? Laat me dit nou alleen doen... Ga weg! Laat me met rust!"
1. Dave commented on 2020/4/17, 16.00 h:
Er stond ook eerst "de fietser", maar dat vond de redactie niet persoonlijk genoeg. Daarom is het "Sam" geworden. Gezelliger.
Het plaatje is vanuit het perspectief van de auto, min of meer. Automobilisten stellen zich meestal niet de vraag waarom fietsers geen voorrang hebben. Het waarschuwingsbord betekent in hun ogen: "heb je weer van die klotefietsers die niet snappen dat ik voorrang heb."
Overigens vind ik de verkeerssituatie vanuit het perspectief van de auto niet helder. De haaientanden zijn vanuit die hoek slecht zichtbaar. Blokken geven een beetje een zebragevoel.